Amalia 18 jaar oud

‹ Terug naar overzicht
Geplaatst op:
7 december was in 2003 de 2de zondag van Advent. Op die dag stond in de liturgie de oproep van Johannes de Doper centraal: ‘Maak de weg van de Heer gereed.’ Op de terugweg, na de middagdienst in de Zwolse Plantagekerk, hoorden we in de auto het blijde nieuws. In het ziekenhuis in Den Haag was rond 17.00 u een dochter geboren, het eerste kind van Prins Willem-Alexander en Prinses Maxima.

Door Fokke Pathuis 

Haar naam kenden we nog niet, die vernamen we pas toen Willem-Alexander bij de burgerlijke stand aangifte van de geboorte deed. Vijf koninklijke namen: Catharina-Amalia Beatrix Carmen Victoria. Namen die verband houden met overwinning in de strijd, het brengen van geluk en met zuiverheid. Toen haar vader op 30 april 2013 koning werd, kreeg Amalia naast de titels ‘Prinses der Nederlanden’ en ‘Prinses van Oranje-Nassau’ die ze al bij de geboorte kreeg, ook de unieke titel ´Prinses van Oranje´, omdat zij nu de eerste in de lijn van de troonsopvolging was.

Deze week is Amalia 18 geworden. Dat betekent dat, mocht dat nodig zijn, zij ook daadwerkelijk de troon zal mogen bestijgen. Dat ze bereid is om het koningschap te aanvaarden, – hoewel voorlopig liever nog niet -, weten we uit het boek dat Claudia de Breij dit jaar op basis van interviews met Amalia over haar geschreven heeft. Wanneer Amalia haar plek op de troon in zal nemen, weten we nog niet. Nu ze ook in de Raad van State ingeleid is, krijgt ze wel meer mogelijkheden om zich op het koningschap voor te bereiden.

In deze adventstijd staan we opnieuw stil bij de verwachting van Christus’ komst. Wanneer hij zal verschijnen, is onbekend. Maar wel dat hij degene is over wie Jesaja profeteerde, dat hij als klein kind al de naam ‘Vredevorst’ zou ontvangen, ‘Prince of Peace’, degene die aanspraak mocht maken op de troon van David en wiens rijk gebouwd zal zijn op recht en gerechtigheid, terwijl aan de vrede in dat rijk geen einde zal komen (Jes. 9:5-6).

We wensen Amalia toe, dat zij haar naasten en ons land geluk zal mogen brengen, ook al heeft in Nederland het koningschap in onze eeuw geen politieke macht meer, maar kent het vooral een symbolische functie. De last dat de vrede van de invulling van haar positie afhankelijk is, hoeft zij gelukkig niet te dragen. Uiteindelijk zijn wij daarin ook niet van mensen afhankelijk. Wij mogen het geluk en de vrede voor onze wereld verwachten van het kind dat eens in Bethlehem geboren werd en nu al zijn plek in de hemelse Raad ingenomen heeft.