Doe dat niet!

‹ Terug naar overzicht
Geplaatst op:
“Maar hij zei: Doe dat niet! Ik ben een dienaar zoals jij en je medeprofeten, en zoals degenen die zich houden aan wat er in dit boek staat. Je moet God aanbidden.” Openbaring 22:9 Wat moet Johannes niet doen? En waarom zou hij daar de neiging toe hebben gehad? Wat heeft dit te zeggen aan ons vandaag, die in de regel geen engelen op bezoek krijgen. Of zijn ze er toch wel, maar beseffen we dat te weinig?

Johannes is diep onder de indruk van alles wat hij gezien heeft. In visioenen heeft hij iets mogen aanschouwen van de prachtige toekomst, die gaat aanbreken. Eén van de zeven engelen met de offerschalen, met daarin de laatste zeven plagen, komt op Johannes af en spreekt met hem. Hij laat hem het nieuwe Jeruzalem zien dat uit de hemel neerdaalt en een rivier met water dat leven geeft en ontspringt aan de troon van God. En deze engel zegt: Wat hier gezegd is, is betrouwbaar en waar. De Heer, de God die profeten bezielt, heeft zijn engel gestuurd om aan zijn dienaren te laten zien wat er binnenkort gebeuren moet. Deze engel wordt al in Openbaring 1:1 genoemd. Het is de engel van Jezus Christus, die de openbaring laat meedelen aan Johannes. Voor Johannes is dit zo overweldigend. Hij valt in aanbidding neer voor de engel, die van God is gezonden. Maar engelen moeten niet de eer ontvangen, maar God zelf. Al even eerder was Johannes in opperste verwondering en vol ontzag neergevallen voor de engel. Openbaring 19:9-10. Daar had Johannes dezelfde reprimande gekregen: Doe dat niet! De engel staat niet boven maar naast Johannes en zijn profeterende broeders. Hij noemt zich mededienaar. Hij is slechts instrument om de boodschap aan Johannes door te geven. De profetie over de val van Babylon en over het neerdalen van het nieuwe Jeruzalem komt duidelijk van Jezus vandaan, die bij God op de troon zit. Daarom moet God ook alle eer krijgen voor deze boodschap. Jezus zelf is de bron van deze openbaring. Hij heeft zijn engel uitgezonden om dit bekend te maken. God moet daarom alle eer ontvangen.

Eer aan God

Geen engelenverering past bij christenen. Engelen zijn dienaren van God, die uitgezonden zijn om zijn boodschap te brengen en zijn opdrachten uit te voeren. We mogen voor niemand anders neerknielen dan voor God alleen om hem te vereren. Vandaar dat de engel Johannes tot de orde roept. Het onderstreept tegelijk de goddelijke afkomst van deze openbaring. God zelf is de auteur van dit boek. Het komt met goddelijk gezag naar ons toe. Engelen zijn niet boven de mensen gesteld, maar aan ons gelijk. En wij moeten ons als mensen ook niet laten vereren, zoals Petrus ook heel goed weet. Als hij in het huis van Cornelius binnenkomt, valt Cornelius hem te voet in nederige aanbidding. Maar Petrus richt hem op en zegt: ‘Ik ben ook maar een mens’. Handelingen 10:25 Het gaat niet om de mens en zijn eer, maar om de eer van God. Het gaat niet om de brenger van de boodschap, maar om de bron van de boodschap. God moet alle eer ontvangen.

Boodschappers

Engelen hebben een belangrijke betekenis bij het brengen van de boodschap. Denk maar aan de engel Gabriël, die bij Maria komt om de geboorte van Jezus aan te kondigen. Engelen boodschappen in de kerstnacht aan de herders in de velden van Efrata, dat de Heiland is geboren in Bethlehem. Het zijn opnieuw engelen, die laten weten aan de vrouwen dat Jezus echt is opgestaan. Bij de hemelvaart zijn het hemelse boodschappers in witte kleren, die  vertellen wat er met Jezus gaat gebeuren. Johannes ziet opnieuw engelen verschijnen, die een boodschap komen brengen over de toekomst. Wij mogen die boodschap kennen. Er onze troost uit putten. Het is echt en betrouwbaar, omdat het niet bij mensen vandaan komt maar uit de hemel ons is meegedeeld. De boodschap is duidelijk. Laten we er goed naar luisteren en er naar handelen. De woorden van dit boek moeten we bewaren. Op hoogtepunten in de heilsgeschiedenis geven engelen acte de préséance. Ze vertonen zich aan mensen, die God heeft uitgekozen om zijn boodschap verder te vertellen en ervan te getuigen. Ze hebben dat gedaan. Maar ook vandaag zijn de engelen actief in de weer om ons bij te staan en van dienst te zijn om de wil van God te doen en ons te bewaren bij het Woord. Laten we beseffen, dat Gods dienende geesten dagelijks bij God zijn en worden uitgezonden om zijn plannen ten uitvoer te brengen. Wat gezegd is en geschreven staat, gaat zeer zeker gebeuren. Daarom zegt de engel ook nog dit: ‘Houd de profetie van dit boek niet geheim, want de tijd is nabij.’ Je weet dus wat je te doen staat.