Door ds. Rutger Heij
Ik liet een (niet representatief) aantal jongeren een enquête invullen waarbij ze aangaven of ze op een bepaald gebied keuzes maken vanuit hun geloof: uitgaan, drinken, relatiekeus, werk- en studiekeus, seks, omgang met het milieu, met geld, met de zondag. Het invullen gaf een ervaring van bewustwording: het ideaal is dat God en geloof mijn hele leven beïnvloeden, maar de werkelijkheid is dat dit lastig is en/of niet gebeurt.
Er kon ja, nee en deels worden aangekruist. Opvallende uitkomsten waren er op het gebied van drinken (nee, geen invloed vanuit mijn geloof) en relatiekeus en omgang met de zondag (ja, wel invloed vanuit mijn geloof). Ook deels werd vaak aangekruist; dat verklaar ik vanuit de hierboven benoemde spanning tussen ideaal en werkelijkheid.
In gesprek hierover noemden de jongeren nog andere gebieden waarop God en geloof invloed hebben: omgang met social media, omgang met anderen (respectvol), hoe je je vrienden kiest. Zelf noemde ik nog geloof en vakantie. De jongeren herkenden het gegeven dat je ook zomaar vakantie neemt van God (geen kerkgang en niet of minder bijbellezen en bidden tijdens vakantie). Dat ik vakantie noemde gaf opnieuw een ervaring van bewustwording: als zelfs mijn vakantie al met God en geloof te maken moet hebben dan heeft Hij het op alle gebieden van mijn leven voor het zeggen. Een jongere concludeerde: ‘Ik denk dat we het wel willen, maar soms niet weten hoe keuzes te maken.’ Kortom, vertel ons vanuit de Bijbel wat wel mag en wat niet mag. Los van de moralistische valkuil die hier opdoemt heb ik gezegd dat hier ruis zit: menselijke afspraken, gewoonten en regels worden verward met wat God zegt. Ook is niet altijd scherp te krijgen wat God wil, niet elke situatie wordt beschreven in de Bijbel. God geeft ons ruimte en verantwoordelijkheid.
Een handreiking kan het woord van de Spreukendichter zijn: denk aan Hem bij alles wat je doet (3:6). Kan God hierbij zijn of schaam ik me dan kapot? Kan ik deze keus overtuigend aan God uitleggen of verstrik ik me in eigen redeneringen? Opvallend is de insteek van Hebreeën 11: probeer niet het geloof in je dagelijks leven in te passen, dat is beperkend, maar laat je dagelijks leven op een verrassende en praktische manier verruimen door het geloof. Vanuit zijn geloof heeft Abel een onpraktische offerbereidheid (een dier verbranden dat je eerst hebt grootgebracht), bouwt Noach een onpraktisch bouwwerk (een boot op het land) en maakt Abraham een onpraktische reis (met onbekende bestemming). Zo brachten zij hun geloof in praktijk.
Om je geloof op alle terreinen van je leven te laten doorwerken moet je je laten motiveren door je liefde voor God. Zoals je om je vriend of vriendin stopt met roken -je weet dat je hem of haar er een groot plezier mee doet- zo beweegt je liefde voor God je tot concrete keuzes.