Door Fokke Pathuis
Het gesprek of doopleden ook aan de viering van het Avondmaal mogen meedoen vindt binnen de GKv al langere tijd plaats. Met de vorming van de verenigde kerk van de GKv en de NGK werd het ook een kerkordelijk thema, omdat de mogelijkheid er binnen de NGK al is. Het voorstel van deputaten is in het nieuwe kerkverband ruimte voor kindercommunie te bieden, omdat het ‘bepaald geen ontheiliging van de tafel van de Heer is wanneer ook doopleden aanzitten en met hun eten en drinken zijn reddend offer verkondigen,’ maar dat de regel is dat avondmaalsviering om openbare geloofsbelijdenis vraagt.
Traditie
Een van de opvallende conclusies uit een onderzoek naar de geschiedenis van de kindercommunie is, dat het de praktijk is in de eerste 1000 jaar van de christelijke kerk. Pas na 1215, met het opkomen van de rooms-katholieke transsubstantiatieleer en daaraan gekoppeld het invoeren van de biecht voorafgaand aan de viering, verdwijnt de kindercommunie in vrij korte tijd. De Reformatie nam wel afstand van de transsubstantieer, maar bleef vasthouden aan de zelfbeproeving voorafgaande aan de viering van het Avondmaal. Die onderbouwde men met de vermaning in 1 Kor. 11:28-29 om zichzelf geen oordeel te eten en drinken, doordat men het lichaam niet onderscheidt. De gereformeerde traditie om alleen belijdende leden tot de Avondmaalsviering toe te laten werd expliciet vastgelegd in de Dordtse kerkorde, terwijl ze in de belijdenisgeschriften verondersteld wordt, wanneer deze de zelfbeproeving voorafgaand aan de viering benadrukken en uitspreken dat het sacrament in geloof moet worden ontvangen.
Openbare geloofsbelijdenis
Wanneer geloof een voorwaarde voor deelname is, hoe stel je dan vast of er voldoende geloof is om het Avondmaal mee te kunnen vieren? Het logische antwoord daarop werd dat je in staat moet zijn om je geloof te belijden. Zo werd de openbare geloofsbelijdenis de toegang tot de Avondmaalstafel. Calvijn vond dat kinderen op de leeftijd van 10 of 11 jaar de kinderleeftijd achter zich hadden gelaten en het oordeelkundig vermogen hadden om het geloof te belijden. Dit betekent dat de leeftijdsgroep die wij de jongeren noemen, het avondmaal mee kon vieren. In de loop der eeuwen werd aan de openbare geloofsbelijdenis een uitgebreider catechisatietraject verbonden en schoof de leeftijd vanwege niet-theologische factoren steeds verder op naar ca. 18 jaar, het begin van de jongvolwassenheid.
Asymmetrie
Het punt waarop de gereformeerde visie vaak ondervraagd wordt, is dat van de asymmetrie in de sacramentsleer. Het lijkt vreemd dat kinderen, al kunnen ze nog niet geloven, wel de doop mogen ontvangen, maar de maaltijd niet mee mogen vieren, omdat ze nog niet bewust geloven. Terwijl beide sacramenten bedoeld zijn als de uitbeelding en versterking van het geloof, dat God dankzij het kruis van Jezus Christus onze Vader wil zijn en ons door Zijn Geest wil vervullen voor een gelovig leven met Hem. Deputaten raken aan die vraag, wanneer ze opmerken dat het geloof een voorwaarde is voor het ontvangen van het sacrament, maar dat bij het avondmaal de eigen gelovige betrokkenheid van meer belang is dan bij de kinderdoop. Om de asymmetrie recht te trekken vragen sommigen zich dan af, of we wel kinderen moeten dopen, terwijl anderen voor kindercommunie pleiten, omdat kinderen als gedoopte leden deel uitmaken van het verbond.
Parallellie
Interessant is het perspectief dat prof. Kees de Ruijter in een opstel uit 2013 aandraagt als een motief voor de kindercommunie. Hij wijst op een mogelijke parallellie tussen doop en Avondmaal. Als kind ontvang je de doop, maar belijd je nog niet het geloof. Daarom worden opgroeiende kinderen aangesproken op de belofte van God. Zo kunnen kinderen ook deelnemen aan het sacrament van het Avondmaal, ook al is er nog veel onduidelijk over hun geloofskennis, geloofskeus en geloofsleven. Het zou juist een mooie prikkel kunnen zijn om hen aan te spreken op hun groei in Christus, waardoor de vieringen voor hen belangrijke momenten kunnen vormen in hun ontwikkelings- en leerproces om tot een bewuste geloofsbelijdenis te komen.