Leren van kleren

‹ Terug naar overzicht
Geplaatst op:
De goede (ook wel heilige of stille) week begint. De jubel klonk: ‘Hosanna!’ Maar een paar dagen later was het enthousiasme bekoeld, de stemming gedaald en het lied verstomd. Toen werd er geschreeuwd: ‘Weg met Hem!’ Maar: Hij steeg uit ’t graf door Vaders kracht, want Hij is God, bekleed met macht! Aandacht voor sprekende kleding. Nadenken over stof geeft stof tot nadenken…

Door Jorrit Woudt

Vrijdag 7 april 2023

Goede Vrijdag

Zij verdelen mijn kleren onder elkaar, werpen het lot om mijn gewaad (Ps. 22,19).

Lezen: Matt. 27,27-38

 

Zoveel mensen als Jezus omringden op Palmzondag, zo alleen blijft Hij over op Goede Vrijdag. Zijn beste vrienden laten Hem in de steek (Matt. 26,56); Judas levert Hem uit en Petrus ontkent in alle toonaarden dat hij Hem kent. Moederziel alleen wordt Jezus zelfs door zijn Vader verlaten (Matt. 27,46).

De koning

O, de soldaten vermaken zich prima met Hem. Hij had tegen gouverneur Pilatus gezegd dat Hij koning is? Nou, dat spel spelen ze wel mee. ‘Gegroet, koning van de Joden!’ Een scharlakenrode mantel en een doornenkroon maken het plaatje compleet. Op weg naar Golgotha mocht Jezus zijn eigen kleren weer aan (Matt. 27,31); waarschijnlijk als concessie aan de Joodse wet die naaktloperij niet toestond. Romeinse veroordeelden moesten geheel naakt hun dood tegemoet strompelen (aldus Prof. dr. Bob Smalhout in ‘Bijbelse tijdgenoten’). ‘Kijk, zijn eigen kleed kleurt nu ook rood, door de geseling. Maar een koning? Echt niet! Nou vooruit, we laten iemand het kruis voor Hem dragen. We bieden Hem een bittere cocktail aan als welkomstdrank en verdelen zijn kleding als nalatenschap. We bevestigen zijn koninklijke titel als inscriptie aan het kruis en voorzien Hem aan beide zijden van een lijfwacht.’

Totale vernedering

Alles en iedereen droeg bij aan de totale vernedering en bespotting van Koning Jezus. We horen het verklankt in indrukwekkende recitatieven en vlammende spreekkoren. Onze Heiland had al geen plaats om zijn hoofd te ruste te leggen (Matt. 8,20), nu worden ook zijn kleren Hem nog afgenomen. Op schilderijen en kruiswegstaties zien we nog vaak een lendendoek afgebeeld. Maar historisch gezien is dat twijfelachtig. Alles werd Hem ontnomen. Hij hing tussen hemel en aarde: nergens thuis. Nergens welkom, net zoals aan het begin van zijn aardse leven (Luc. 2,7). Toen werd Hij nog in doeken gewikkeld, maar nu werd zelfs zijn onderkleed afgepakt (Joh. 19,23-24). Hij hangt te kijk voor wie Hem haten, godverlaten (GK gez. 204:1).

Eerste en laatste Adam

De eerste Adam verborg zich tussen de bomen toen hij zich schaamde voor zijn naaktheid (Gen. 3,10). De laatste Adam kon zich niet verbergen. Hangend aan een paal (Gal. 3,13; Deut. 21,23) kwamen al onze wandaden op Hem neer (Jes. 53,6). Hij die met glans en glorie bekleed was, gehuld in een mantel van licht (Ps. 104,1-2, Matt. 17,2), wordt geheel ‘ontmanteld’. Zijn kleding wordt verdeeld alsof Hij al gestorven is. Bij de voetwassing legde Hij zijn bovenkleed af (Joh. 13,4); eenmaal gekruisigd raakt Hij zelfs ál zijn kleren kwijt (PHRvH, CNT).