Moet ik nu weer naar de kerk?

‹ Terug naar overzicht
Geplaatst op:
Je ging naar de kerk. Vaste prik, zin of geen zin. Zoals je van huis uit had meegekregen. Maar toen kon dat opeens niet meer. Niemand van ons ging meer naar de kerk, noodgedwongen bleven we allemaal thuis.

Door Piet Houtman

Wat nu? Er werd een oplossing gevonden: kerkdiensten via internet. Helemaal nieuw was het niet, maar nu was er opeens niets anders meer. Je kon thuisblijven en toch, op een bepaalde manier, de kerkdienst bijwonen. Normaal was het niet, maar het had zo z’n voordelen: je hoefde je minder te haasten, je hoefde je er niet op te kleden, er was minder afleiding. En tegelijkertijd bleef je erbij betrokken; net zo goed als anders werd je geloof gevoed.

Behoefte

Je kon kiezen uit meerdere kerkdiensten, dichtbij of verder weg. Zelfs als je naar een andere kerk ging, zou niemand er wat van zeggen; alleen thuis kon het wat discussie opleveren. Je kon een dominee uitzoeken, een kerk uitzoeken, die je het meest aansprak en waar je het meest aan had voor je geloofsleven. Kortom, waar je behoefte aan had. En in het leven van elke week, in een niet-christelijke omgeving, héb je je geloofsvoedsel hard nodig.

Huiskerk

En nu? Beperkingen worden geleidelijk aan weer opgeheven. Ga je nu weer naar de kerk? De een zegt: kom! Je mist toch wat. Maak het jezelf niet te makkelijk, daag jezelf uit. Er gaat toch niets boven een echte kerkdienst?
De ander zegt: we vonden al zo lang dat de kerk nieuwe wegen moet vinden om de mensen te bereiken, nieuwe vormen van eredienst, en kijk, nu het moet vinden we die! De huiskerk, de kerk in de huiskamer, bijvoorbeeld. Durf te veranderen!

Vullen

Je geloof kan op allerlei manieren gevoed worden. Kerken zijn al lang op zoek naar mogelijkheden om mensen optimaal te bereiken en te boeien. Ze proberen de kerk te vullen door de dienst zo aantrekkelijk mogelijk te maken, speciaal voor kinderen en jongeren. Kortom, ze spelen in op gevoelde behoeften. Dat stimuleert dat je gaat shoppen: waar krijg ik het meeste mee, waar heb ik het meest aan?
De nadruk op het individu is typisch iets van onze cultuur. Christenen in andere delen van de wereld zouden er vreemd van opkijken. De Geest waait waarheen Hij wil. Dat is iets anders dan: waarheen wíj willen. Zodat wij niet van onze plaats hoeven te komen.

Modder

Móét je naar de kerk? Nou nee, dat is het niet. Als we uitgaan van de vraag: wat heb ík eraan, persoonlijk, dan kun je erover discussiëren.
Hou je van Jezus? Ehm… nou ja, ik geloof het wel. (Terwijl ik mezelf toch wel érg belangrijk vind.) Maar juist Hij wilde een gemeente als bruid. Dat gevoel leefde diep in zijn hart. Voor haar ging Hij door de modder zoals geen mens ooit was overkomen. Hij liet zijn apostelen brieven schrijven aan kerken. Hij wandelt, als de verblindend stralende Heer, tussen de kandelaars, de gemeenten.

Tafel

Hij geloofde zoals David deed. Die was persoonlijk, soms eenzaam, intens op zijn God betrokken in zijn psalmen. Maar hij wilde altijd weer bij de gemeente zijn.
Hou je van Jezus? Hij is overal, op bergen en in dalen, in de natuur en in het dagelijks leven. Maar Hij wil aan tafel met de mensen van wie Hij houdt. Met mensen die twijfelen, zuchten, in een rolstoel zitten, de oudere vrouw die jou altijd zo vriendelijk toeknikt, en met jou.