Poetin is niet gek

‹ Terug naar overzicht
Geplaatst op:
Poetin is niet gek. Hij vertoont wel trekken van paranoia, waarvoor het woord ‘gek’ vroeger werd gebruikt. Maar ‘gek’ is ook een minachtend woord en daar is bij deze machtige en sluwe man geen reden voor.

Door Piet Houtman

Poetin gebruikt veel ingrediënten die voor veel mensen – niet alleen Russen – tot de verbeelding spreken. Hij presenteert zich als een macho, een echte ‘vént’, het type van de traditionele superheld in strips en films die door massa’s mensen gevréten worden: sterk, sportief, strijdbaar, iemand die opkomt voor zichzelf, voor zijn positie als leider van een wereldmacht.
Hij past ook in de lijstjes (op internet) van de top-tien meedogenloze dictators en de 24 wreedste leiders aller tijden.

Poetin als een spin in een web

Hij zit als een spin in een reusachtig leugenweb, met sprankjes feitelijkheid die het des te verleidelijker maken. Zoals dat de NAVO verder opgerukt is dan Rusland op zeker moment had mogen verwachten, dat Rusland door het Westen vernederd en omsingeld is, dat er in het Westen veel goddeloosheid en decadentie is, en dat Oekraïne oorspronkelijk tot het grote Russische rijk heeft behoord en er zelfs het historische kernland van is – en vooral het religieus-historische kernland.

Christelijke theologie

Anders dan Hitler beroept hij zich op de christelijke religie. En hij heeft, meer dan Hitler, een kerk naast zich met een leider die hem steunt: patriarch Kirill, de geestelijk leider van de Russisch-orthodoxe Kerk, verkondigt precies de theologische visie die in Poetins straatje past. En ook in eigen land moet wie zich tegen Poetin keert vrezen voor zijn vrijheid. Bij elkaar vertoont deze macht de trekken van het beest uit Openbaring 13 (het zijn er twee). Het heeft horens als het lam. Het weet een massa te verleiden en achter zich aan te krijgen met indrukwekkend machtsvertoon in religieus gewaad en met antichristelijke pretenties (‘anti‘ betekent oorspronkelijk ‘in plaats van’). Het weet ieder die zich niet voor hem buigt te isoleren en onschadelijk te maken.

Het kwaad in de mens

Met dat al kom ik Nederlandse christenen tegen, aan wier vroomheid ik overigens geen reden heb te twijfelen, die kregel worden als ik Poetins christen-zijn ter discussie stel: ‘niet oordelen.’ We kijken bij Poetin in de afgrond van het kwaad. Hij is niet de Satan; het is het kwaad zoals dat bezit kan nemen van een mens. Het kwaad waarvan Christus ons Godzijdank bevrijd heeft. ‘Hier komt het aan op…’ (zegt Openbaring 13), en dan gaat het niet over de suprematie of de strijdbaarheid van het Westen, maar ‘de standvastigheid en trouw van de heiligen’. En op wijs inzicht: bereken het getal, het is niet dat van een baarlijke duivel, maar van een mens.