Door Anne-Maaike Pathuis
Huishoudelijk werk is allereerst betekenisvol, omdat je heel veel verschillende mensen ontmoet. De diversiteit is in bepaalde opzichten groter dan in de gemiddelde kerkelijke gemeente. Ik werk bij een jong gezin maar ook bij mensen die ver in de tachtig zijn; ik werk bij mensen met allerlei religieuze (moslim-, rooms-katholieke, evangelische, en seculiere) achtergronden; ik werk bij mensen die ooit een goede baan hadden en bij mensen die alleen de lagere school hebben afgerond. Iedereen heeft dus zijn eigen verhaal. Sommige mensen vinden het vooral gemakkelijk om huishoudelijke hulp te krijgen, anderen vinden het lastig om het werk uit handen te geven. Doordat ik de meeste mensen elke week spreek, krijg ik de kans om met heel diverse mensen een (werk)relatie op te bouwen.
Huishoudelijk werk is ook betekenisvol, omdat je in gesprek komt met de mensen bij wie je komt. Schoonmaakbezoeken zijn soms bijna pastorale bezoeken. Je bouwt echt wat op – bij de één uiteraard meer dan bij de ander. Ik leef mee met cliënten als ze na een ziekenhuisopname proberen aan te sterken, als ze herinneringen ophalen aan overleden familieleden, als ze even niet meer weten waar ze de energie vandaan moeten halen om de dag door te komen. Maar ik ben ook blij met cliënten als ze (eindelijk!) een uitnodiging krijgen om zich te laten vaccineren, geslaagd zijn voor hun inburgeringsexamen of gewoonweg lieve kaarten of foto’s hebben gekregen van vrienden of kleinkinderen. En met sommige cliënten deel ik ook wat over mijn zoektocht naar werk in de kerk of over de preek waar ik mee bezig ben.
Huishoudelijk werk is tot slot betekenisvol, omdat je een verschil kunt maken voor de cliënten – en andersom zij ook voor mij. In het begin vond ik het best spannend om naar nieuwe cliënten toe te gaan. Maar ik besefte al snel dat cliënten mij ook een bepaald vertrouwen moeten geven om mij in hun huis te laten werken. Mensen verontschuldigen zich soms voor rommel of hebben alvast een erg vieze wc schoongemaakt – iedereen heeft zo zijn trots. Dat mij het vertrouwen gegund wordt om schoon te maken, geeft mij de kans om verschil te maken. Een schoon huis geeft mensen immers ruimte in hun hoofd en hun leven.
Toegegeven: schoonmaakwerk is geen vetpot, en ik ben dan ook blij dat er voor mij geen financiële noodzaak is om dit (lichamelijk best zware!) werk 36 uur in de week te doen. Dat besef zorgt dat ik nog meer respect heb gekregen voor mensen die hun hele leven ongeschoold werk moeten doen, tegen een vaak lage beloning. Ik neem me dan ook voor om mensen die ongeschoold werk doen te laten merken dat hun werk voor mij echt van waarde is – door ze vriendelijk te groeten en te bedanken voor het werk dat ze voor mij of de samenleving doen. Zoals ook ik steeds vriendelijk ben verzorgd (met thee, koekjes én soms avondeten) en bedankt word door alle mensen bij wie ik aan het werk ben.