Het beeld van een verzekeraar wordt hier in de Onderwijzing geschetst. Het woord onderpand valt, een onderpand wordt gegeven bij een lening, of een verzekering. Bij een hypotheek is onroerend goed het onderpand. Bij de meeste verzekeringen geen fysieke objecten meer, maar het betalen van premie.
Wij zijn ook verzekerd, en dan niet bij de Aegon, de Univé of welke verzekeraar dan ook. Wij zijn verzekerd bij ‘De Hemelsche’. De Vader in de hemel verzekert ons van Zijn hartelijke liefde en trouw. En zoals elke verzekeraar, vraagt ook de Vader een onderpand. Geen onderpand dat het allerkostbaarste in ons leven omvat, maar juist het allersimpelste.
Gisteren ging het over tegenstellingen in het formulier genoemd. Nu kunnen we deze stijlvorm doortrekken:
God gaf het allerkostbaarste wat Hij had (Zijn Zoon) om Zijn hartelijke liefde en trouw voor de gevallen mensen kenbaar te maken. Hij wil ons van deze hartelijke liefde en trouw verzekeren door van ons een onderpand te vragen, zodat wij blijven weten dat God ons liefheeft.
Brood en wijn, vandaag de dag: brood en koffie. Twee van onze eerste levensbehoeften, zaken die iedereen in huis heeft, een betrouwbaar onderpand. Wij hoeven de moeite niet te doen, God deed in Christus alle moeite. Wij hoeven maar te zien en te gedenken als wij eten en drinken. In het formulier staat dit alles in de context van het Heilig Avondmaal, maar wat nu wanneer we bij elke maaltijd dit doen:
Bij elke hap brood (of elk ander voedsel) en elke slok wijn (of welke drank) denken aan Christus’ kruisdood en bloedstorting voor jóuw zonden.
Jac de Groot MA