Uitleggers en boodschappers (deel 2)

‹ Terug naar overzicht
Geplaatst op:
Over engelen lezen we op diverse plaatsen in de bijbel. In zijn zeer lezenswaardige boekje ‘Hemelse reisbegeleiding’ (2021) gaat prof. dr. Rob van Houwelingen (sinds afgelopen zomer emeritushoogleraar van de TU Kampen) op zoek naar sporen van engelen in het Nieuwe Testament. Na kennisgemaakt te hebben met Jozef, nakomeling uit het koningshuis van David, man van Maria en aardse vader van Jezus, zoomen we in deze editie in op een andere figuur die ook enigszins op de achtergrond blijft, maar wel degelijk belangrijk is…

Door Jorrit Woudt

Zondag 18 december 2022
4e zondag van Advent

‘Ik ben Gabriël, die altijd in Gods nabijheid is, en ik ben uitgezonden om je dit goede nieuws te brengen’ (Luc. 1,19).

Het woord ‘engel’ is afgeleid van het Griekse ‘ángelos’ dat ‘boodschapper’ betekent. In die functie wordt Gabriël door God naar Zacharias gestuurd (Luc. 1,19) om hem het goede nieuws te brengen dat hij, ondanks zijn hoge leeftijd, vader zal worden van een zoon die hij Johannes moet noemen (Luc. 1,13). Een tijdje later wordt Gabriël er nog eens op uitgestuurd (Luc. 1,26) en zegt hij het Maria aan:
‘Nu breekt Gods koninkrijk zich baan. U wordt de moeder van Gods Zoon, die heersen zal op Davids troon.’ Ik vraag me wel eens af hoe dat voor Maria geweest moet zijn. Bij Zacharias was het duidelijk, die schrok zich een hoedje toen de engel aan hem verscheen, hij was doodsbang (Luc. 1,12). Over Maria lezen we dat ze niet zozeer schrok van zijn verschijning, maar van zijn woorden (Luc. 1,29). Want hoewel Gabriël duidelijk een hemelse figuur is, toch ziet hij eruit als een man (Dan. 8,15). Blijkbaar hebben engelen soms het voorkomen van gewone mensen (Gen. 18,2; Hebr. 13,2). Hoe dan ook, die ‘vreemde man’ stond wel zomaar ineens bij haar in huis! Toch heeft hij ook voor Maria een ‘eu-angelion’, een goede boodschap: ‘Ave Maria, je bent begenadigd, de Heer is met je.’
Maria vroeg hoe dat wel kan, want Jozef is nog niet haar man. Maar ‘t Koningskind, dat zij verwacht: Het is een wonder van Gods kracht. Zo worden Gabriël en andere engelen als Gods gezanten ingeschakeld om mensen het goede nieuws te brengen, maar ook om hen middels een teken ergens van te verzekeren of zelf actief in beweging te zetten. Zacharias krijgt als teken dat hij niet zal kunnen spreken tot de dag waarop zijn zoon geboren zal worden (Luc. 1,20). Maria wordt meegedeeld dat ook haar familielid Elisabet, ondanks haar hoge leeftijd, zwanger is (Luc. 1,36). Ook wordt aan Jozef in de nacht de blijde boodschap dan gebracht. Zijn opdracht: ‘neem Maria tot je vrouw’ (Matt. 1,20) en samen roemen zij Gods trouw. De herders krijgen (van Gabriël?) het teken van een pasgeboren kind dat in doeken gewikkeld in een voederbak ligt (Luc. 2,12). De magiërs uit het Oosten kregen de opdracht om niet via Herodes naar hun land terug te reizen (Matt. 2,12). De vrouwen bij het graf worden aangespoord om de leerlingen het goede nieuws van Jezus’ opstanding mee te delen en vervolgens naar Galilea te gaan (Matt. 28,7). Zo zijn engelen krachtige helden, die aan alle oorden, als boden goddelijke woorden melden (GK Ps. 103:8). Van Houwelingen: Gabriël betekent ‘kracht van God’ of ‘God is [mijn] held’. En inderdaad lijkt zijn verschijning vaak behoorlijk indrukwekkend te zijn. Toch bezoekt hij geen wereldleiders en vooraanstaande mensen, maar een bejaarde priester, een eenvoudig plattelandsmeisje en een stel ruige herders. Zijn boodschap: met kleine mensen doet God grote dingen. Wie op Gods kracht vertrouwt, hoeft geen held te zijn.

Klik hier en hier voor de betreffende Youtube-filmpjes.