DOOR DRS PIET HOUTMAN
De wolf is ook beschermd. Net als de das was die in Nederland inheems, maar hij werd bejaagd tot hij hier uitgeroeid was. Met spanning zagen we hem oprukken vanuit het oosten. Al voordat hij de grens overstak waren de meningen hevig verdeeld: natuurliefhebbers waren opgewonden en juichten zijn komst toe, boeren vreesden voor hun vee en zagen hem het liefst wegblijven.
Eeuwige strijd
De wolf is in een gebied waar geen leeuwen en beren voorkomen, een symbool van de hoogste macht in het dierenrijk en van de eeuwige strijd tussen mens en wild – zoals in Roodkapje en in Peter en de wolf. Een gevaar voor de mens die niet in een ommuurde stad woonde maar op het platteland – en dat waren verreweg de meesten – en voor wie hun vee hun kostbaarste bezit was, niet alleen voor de melk en het vlees maar ook voor het werk op het land en voor de mest. Het was natuurlijk om hem te bejagen, op leven en dood. De wolf dolf het onderspit.
Maar daarmee was de kous niet af. We zijn inmiddels tot het inzicht gekomen dat mens en wild samen in de wereld, in de schepping, horen. Wel is sinds de zondeval het evenwicht precair.
Paal en perk
Direct na de zondvloed belooft God Noach en de zijnen dat de dieren ontzag en angst voor hen zullen voelen. Als nietige minderheid in een bedreigende wereld mogen ze zich uitbreiden en opnieuw de aarde bevolken, net zoals in de paradijszegen beloofd was. God stelt paal en perk aan het vergieten van mensenbloed, zowel door mensen als door dieren, Hij zet er strenge straffen op (die dan door de mens als beeld van God en rentmeester namens Hem moeten worden voltrokken). Ook staat Hij de mensen toe om dierenvlees te eten.
Onmatigheid
Maar dat gaat over de kop. Nimrod was ‘een geweldig jager, door niemand overtroffen’ (‘voor het aangezicht van de HEER’). Dat oogstte bewondering en het gaf hem macht. Als je doodsbang bent komt een jager je te hulp, hij rekent af met het gevaar, hij zorgt ook voor kostbaar en lekker eten in aanzienlijke hoeveelheden. Hij werd koning van een uitgestrekt rijk, een nieuw verschijnsel in de wereld van het Oude Testament. Hier openbaart zich de zonde van de onmatigheid, het gebrek aan zelfbeheersing, het te buiten gaan van je grenzen als mens, als schepsel in de schepping. Het loopt uit op de toren van Babel, totdat God met de eenling Abraham een nieuwe geschiedenis gaat maken.
Samenleven
Wilde dieren horen bij de schepping. De mens moet ermee samenleven, en na de zondeval wordt dat problematisch. We moeten ermee omgaan als rentmeesters. Niet uitroeien, ook niet ‘beschermen’ (behalve tijdelijk in uitzonderingssituaties), maar beheren. Onze kinderen, onze samenleving beschermen tegen het gevaar, onze vleesconsumptie (van zowel vee als wild) binnen de perken houden. Dat is niet in goede handen bij jagers, die er plezier in hebben. We moeten gebiedsbeheerders zijn, misschien gebiedsbeheerders aanstellen, met een boswachtermentaliteit.